Overslaan en naar de inhoud gaan
Article

Wat betekent Prinsjesdag 2019 voor bedrijven en ondernemers

Afgelopen dinsdag was het Prinsjesdag. Traditiegetrouw de dag waarop de minister van Financiën onder andere de miljoenennota, de rijksbegroting en de belastingplannen aanbiedt aan de voorzitter van de Tweede Kamer. Uit de plannen blijkt dat Nederlanders over het algemeen meer overhouden van iedere euro die binnenkomt maar wat betekenen de voorstellen voor de eigen zaak? In dit blog geven we een overzicht van de belangrijkste wijzigingen voor bedrijven en ondernemers.

Vennootschapsbelasting
Tarief gaat niet omlaag
Een van de meest in het oog springende wijzigingen betreft de vennootschapsbelasting. In tegenstelling tot wat we schreven in een eerder blog, gaat het tarief voor de vennootschapsbelasting voor winsten vanaf € 200.000 het komende jaar niet omlaag (het blijft 25 procent). Het tarief daalt in 2021 naar 21,7 procent in plaats van naar 20,7 procent. Het lage tarief op winsten tot en met € 200.000 daalt in 2020 wel verder.

Vanaf 1 januari 2020 wordt bij de vennootschapsbelasting geen belastingrente meer in rekening gebracht als de aangifte voor de eerste dag van de zesde maand wordt ingediend en de ingediende aangifte juist is. Tenslotte wordt in de plannen aangekondigd dat de korting op het in een keer betalen van de vennootschapsbelasting per 1 januari 2021 wordt afgeschaft. 

Innovatiebox
Ondernemers die winst maken met innovatieve activiteiten, hoeven over dit deel van de winst minder vennootschapsbelasting te betalen. Het tarief van deze innovatiebox ligt nu nog op 7 procent en gaat per 1 januari 2021 omhoog naar 9 procent. 

Liquidatie- en stakingsverliesregeling
Bedrijven kunnen nu nog onbeperkt verliezen, als gevolg van de ontbinding van een dochteronderneming of het staken van bedrijfsactiviteiten in het buitenland, aftrekken van de winst die in Nederland wordt gemaakt. Deze zogenoemde liquidatie- en stakingsverliesregeling wordt zo aangepast dat bedrijven minder vaak het verlies kunnen aftrekken en dus meer belasting gaan betalen.

Elektrisch rijden
Fiscaal voordeel elektrische bestelauto’s
Het kabinet wil de belastingvoordelen voor elektrische voertuigen de komende jaren continueren. Ondernemers met een volledig elektrische bestelauto betalen daarom tot 2025 geen motorrijtuigenbelasting. Om de aanschaf van volledig elektrische bestelauto’s verder te stimuleren wil het kabinet de korting op de motorijtuigenbelasting voor bestelauto’s op diesel of benzine geleidelijk verminderen. Dit betekent dat de motorrijtuigenbelasting voor bestelauto's op benzine of diesel vanaf 2021 elk jaar iets gaat stijgen. Hoeveel het bedrag exact stijgt, hangt af van het gewicht. Gemiddeld komt dat neer op € 24 per jaar per bestelauto.

Bijtelling van elektrische auto's gaat omhoog
Vanaf 1 januari 2020 gaat de bijtelling voor volledig elektrische leaseauto's stapsgewijs omhoog. In 2020 stijgt de bijtelling van 4 naar 8 procent over de cataloguswaarde. Is de waarde hoger dan € 45.000? Dan geldt vanaf € 45.000 22 procent bijtelling. Nu is dit nog vanaf € 50.000. In de jaren erna gaat het percentage verder omhoog.

Eenmanszaken
Zelfstandigenaftrek
Het kabinet wil zelfstandigen en medewerkers in loondienst fiscaal gelijk gaan behandelen. In 2020 wordt de zelfstandigenaftrek daarom verlaagd van € 7.280 naar € 7.030. De komende jaren zal deze aftrek nog verder worden verlaagd. In 2028 zal de zelfstandigenaftrek nog € 5.000 zijn. De arbeidskorting en de algemene heffingskorting gaan de komende jaren omhoog. 

Eenmanszaken krijgen een nieuw btw-nummer
Alle eenmanszaken in Nederland ontvangen voor 1 januari 2020 een nieuw btw-nummer. Het nieuwe nummer bevat dan niet langer het BSN van de eigenaar.

De kleineondernemersregeling wordt vernieuwd
Vanaf volgend jaar gelden er andere regels voor de kleineondernemersregeling. Vanaf 2020 geldt een vrijstelling van de btw-plicht, wanneer u btw-ondernemer bent, de omzet niet hoger is dan € 20.000 per jaar en de onderneming in Nederland is gevestigd.

Werkgevers en personeel
Arbeidskorting
Een andere maatregel die het kabinet neemt om het verschil tussen werknemers en zelfstandigen te verkleinen is de aangekondigde verhoging van de arbeidskorting. Werknemers krijgen volgend jaar € 420 meer korting dan in 2019 en vanaf 2021 komt daar nog eens € 324 bij. Dat betekent dat in 2020 de maximale korting omhoog gaat van € 3.399 naar € 3.819 (€ 78 hoger dan gepland) en in 2021 uitkomt op € 4.143.

Lagere ww-premie voor werknemers met een vast contract
Werkgevers betalen in 2020 minder ww-premie voor mensen in vaste dienst (2,94 procent) en meer voor flexwerkers (7,94 procent). De werkgevers betalen een gemiddelde ww-premie over het aantal werknemers in vaste dienst en flexwerkers. Zijn er veel medewerkers in vaste dienst, dan is de premie lager. Wordt er veel gebruikgemaakt van flexwerkers, dan valt de premie hoger uit. 

Extra’s voor het personeel
De werkkostenregeling wordt per 1 januari 2020 verruimd. Vanaf dan kunnen werkgevers tot € 2.000 meer aan onbelaste vergoedingen geven. Deze vrije ruimte wordt per 2020 met 0,5 procentpunt verhoogd tot 1,7 procent. De verruiming van de vrije ruimte geldt voor de eerste € 400.000 van de loonsom. Met deze regeling kunnen werkgevers bijvoorbeeld sportabonnementen of kerstpakketten geven zonder dat hierover loonheffingen betaald hoeven te worden. Bijkomend voordeel is dat ook de afrekening later mag plaatsvinden, namelijk bij de aangifte over het tweede tijdvak. 

bron https://www.rijksoverheid.nl

Share