Wat kunnen we verwachten op Prinsjesdag 2025?
Ondanks een demissionair kabinet worden er op Prinsjesdag 2025 nieuwe wetswijzigingen voorgesteld. Op dit moment zijn geen fiscale maatregelen controversieel verklaard door de kamer en is de verwachting dat de belastingplannen 2026 aan de Tweede Kamer worden gepresenteerd.
We zetten een aantal belangrijke wijzigingen op een rij.
Belastingen
Omzetbelasting
Eind vorig jaar werd de btw-verhoging van 9 naar 21 procent op cultuur, sport en media aangenomen. Deze verhoging zou ingaan op 1 januari 2026. Er is echter aangekondigd dat deze verhoging wordt teruggedraaid. Het btw-tarief blijft vanaf 1 januari 2026 9 procent.
Vennootschapsbelasting
Het budget voor de Milieu-investeringsaftrek (MIA) wordt verhoogd met 35 miljoen euro. Dit extra budget wordt gefinancierd door een verlaging van de VAMIL-reserve, een milieu-gerelateerde regeling die de afgelopen jaren niet volledig is benut. Met de MIA wil de overheid ondernemers stimuleren om milieuvriendelijke investeringen te doen.
Inkomstenbelasting
Er wordt een aantal wijzigingen in de inkomstenbelasting verwacht. Zo is er een verlaging van de stakingsaftrek van 3.630 naar 908 euro aangekondigd. Daarnaast zal de aftrek vanaf 2030 afgeschaft worden. Datzelfde geldt voor de meewerkaftrek. Vanaf 2027 zal de meewerkaftrek met 75 procent worden verlaagd. Daarnaast is aangekondigd dat de belastingschijven en heffingskortingen minder gecorrigeerd worden voor inflatie. Er wordt een correctie van 46,2 procent toegepast in plaats van 51 procent.
Het forfaitair rendement voor overige bezittingen in box 3 wordt verhoogd van 5,88 procent in 2025 naar 7,78 procent. Het heffingsvrije vermogen wordt verlaagd van 57.684 euro naar 51.396 euro.
Loonbelasting
De Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) wordt vervangen door de Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet VBAR). In deze wet is recente jurisprudentie opgenomen en introduceert eveneens aanvullende maatregelen.
Per 2027 worden aangepaste fiscale regelingen geïntroduceerd om medewerkersparticipatie in startups en scale-ups te stimuleren. Dat houdt onder andere in dat de belastingheffing wordt uitgesteld tot het moment van de daadwerkelijke verkoop van de aandelenopties. Ook het maximale belastingtarief op de inkomsten uit de opties wordt verlaagd naar 32,17 procent In plaats van 49,5 procent).
De premie die werkgevers betalen voor werknemersverzekeringen verandert. De 'lage' Aof-premie wordt verlaagd, terwijl de 'hoge' premie wordt verhoogd. De eerder geplande verhoging van de AWf-premie wordt uitgesteld met een jaar.
Het loonkostenvoordeel (LKV) doelgroep ouderen wordt afgeschaft. Voor dienstbetrekkingen die zijn begonnen voor 1 januari 2024 wordt dit voordeel niet afgeschaft.
Klimaat en vervoer
Energiebelasting
De Energiebelasting wordt verlaagd. Dit gebeurt met een vast bedrag aan korting op de energierekening, ongeacht het verbruik. Voor 2025 is deze korting 524,95 euro. Vanaf 2026 gaat dit bedrag omhoog naar 529,10 euro. Ook in 2027 en 2028 zal de korting worden verhoogd.
Auto
Er liggen wetsvoorstellen klaar om een 52 procent pseudo-eindheffing voor een auto met CO2-uitstoot in de loonbelasting op te nemen. Dat betekent dat een werkgever, als er een auto van de zaak ter beschikking wordt gesteld, vanaf 2027 52 procent belasting verschuldigd is over de bijtelling van de auto. Deze eindheffing geldt niet als de auto geen CO2 uitstoot of als de auto niet privé wordt gebruikt.
Elektrische auto’s worden nu nog anders belast dan benzineauto's. Het kabinet wil de tariefkorting voor emissievrije auto’s verhogen van 25 naar 30 procent in de periode 2026 tot en met 2028. Dit betekent dat grotere fossiele en (relatief zware) elektrische personenauto’s (voertuigcategorie D en E) vrijwel gelijk belast worden. Bij kleinere en middelgrote auto’s (A t/m C) worden de verschillen kleiner.
Fiets
Als een medewerker een fiets van de zaak gebruikt die niet thuis wordt gestald, is er geen fiscale bijtelling van toepassing.
Minimumloon
Naar verwachting zal op Prinsjesdag een aantal wijzigingen aangekondigd worden over het minimumloon. Er was al afgesproken om het minimumjeugdloon vanaf 2027 voor 20-jarigen te verhogen van 80 naar 87,5 procent, voor 19-jarigen van 60 naar 75 procent, voor 18-jarigen van 50 naar 62,5 procent, voor 17-jarigen van 39,5 naar 50 procent en voor 16-jarigen van 34,5 naar 40 procent van het wettelijk minimumloon.
In juli 2025 is aangekondigd om vanaf 2027 ook de zogenaamde bbl-loonstaffel af te schaffen. Dat betekent dat studenten die een bbl-opleiding volgen vanaf 2027 ook recht hebben op het volledige minimumjeugdloon.
Meer informatie?
Op dinsdag 16 september wordt meer bekend over de plannen voor het belastingjaar 2026. Wilt u op de hoogte blijven? Volg dan de updates op deze pagina.
